Welk team geeft zo snel mogelijk de bal door?
Benodigdheden
- 2 ballen
2 teams staan samen in een grote kring. De kinderen van de teams staan om en om door elkaar in de kring (team 1 – team 2 – team 1 – team 2 – …).
Een kind van team 1 krijgt de bal en aan de overkant van de kring een kind van team 2 ook de bal. Op een teken van de leerkracht wordt de bal zo snel mogelijk doorgespeeld met de kinderen van het eigen team (dus gooien steeds met 1 leerling er tussen). Het team dat als eerste de bal de hele kring heeft rondgespeeld wint het spel.
Variaties/tips/opmerkingen
- Laat de kinderen de bal met en stuit op de grond doorspelen.
- Laat 2 kinderen naast elkaar beginnen zodat het echt een inhaalrace wordt.